Rekenkamer Amsterdam: ‘Monitor informatie Amsterdamse financiën; Jaarverslag 2024 en Voorjaarsnota 2025’

De Rekenkamer Amsterdam heeft gemeenteraad Amsterdam toegestuurd de ‘Observaties bij Jaarverslag 2024 en Voorjaarsnota 2025‘. Dit is deel van de ‘Monitor informatie Amsterdamse financiën’ waarmee de specialisten van de Rekenkamer Amsterdam de raadsleden informatie verstrekken over de P&C-producten om dit te betrekken bij de behandeling van de begroting, najaarsnota, jaarrekening dan wel voorjaarsnota.

Langs hoofdlijnen worden de raadsleden meegenomen door de Rekenkamer in de materie van de Amsterdamse financiën waarbij de constante een belangrijke factor is. De Rekenkamer legt verbanden tussen de door de jaren heen door het college van B&W verstrekte informatie, hoe dit zich verhoudt tot de P&C-producten en hoe de doorwerking is ervan.

Zo heeft het eerste ‘vraagpunt’ betrekking op de doorwerking in het lopende begrotingsjaar van de in het Jaarverslag 2024 geconstateerde (structurele en substantiële) afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de ramingen in Begroting 2024. De Rekenkamer adviseert de raadsleden het college te vragen dit te verduidelijken.

Ook ziet de Rekenkamer een frappant verschil tussen de in Begroting 2024 geraamde structurele exploitatieruimte en hetgeen in Jaarverslag 2024 is gerealiseerd: 2,2% versus 5,5%. Dit vertaalt zich naar € 394 miljoen hogere structurele baten dan structurele lasten. De Rekenkamer adviseert de raadsleden om het college te vragen of dit impliceert dat er meer begrotings- en investeringsruimte is in zowel dit lopende begrotingsjaar als voor de komende jaren.

Hetzelfde principe is van toepassing op het financieel kengetal ‘netto schuldquote’ voor de standaardschuld (de externe schuld minus de zogeheten erfpachtschuld). Ook hier is er een significant verschil tussen de raming in Begroting 2024 en de realisatie in Jaarverslag 2024: respectievelijk 69% versus 58%. ‘Betekent dit dat er meer investeringsruimte is voor de komende begrotingsjaren?’, adviseert de Rekenkamer de raadsleden te vragen aan het college.

Het vierde en laatste ‘vraagpunt’ dat de Rekenkamer voorlegt aan de raadsleden gaat over de ingeboekte bezuinigingen over de loop van voorgaande jaren. Het college van B&W heeft in 2020 toegezegd om een bezuinigingsmonitor te maken voor de raadsleden maar hier is niets van terechtgekomen. Ook uit de P&C-producten valt niet op te maken of de ingeboekte bezuinigingen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Tevens is er niet gerapporteerd over de maatschappelijke effecten van deze bezuinigingen. De Rekenkamer adviseert de raadsleden het college te vragen om een overzicht van de gerealiseerde bezuinigingen alsmede de hierdoor opgetreden effecten en eventueel geleerde lessen hieruit.

 

U treft in pdf-formaat hier de brief van de Rekenkamer: ‘Observaties bij het Jaarverslag 2024 en de Voorjaarsnota 2025; Rekenkamer Amsterdam‘ met de bijlage ‘Bijlagen bij brief Monitor informatie Amsterdamse financiën‘.

De behandeling in de raadscommissies vindt plaats in de weken 26 en 27 met de raadsbehandeling in week 28 (9 juli 2025). Zie de kalender van gemeenteraad Amsterdam: uitgebreide kalender.