Wethouder Financiën Everhardt heeft 12 mei 2021 Voorjaarsnota 2021 (PDF 5 MB) gepresenteerd, de voorloper van Begroting 2022 die hierna wordt uitgewerkt aan de hand van de bij deze Voorjaarsnota genomen besluiten. Tevens gaf wethouder Groot Wassink een toelichting bij deze presentatie. Het Parool wijdde er een artikel aan: ‘Amsterdam moet extra in de buidel tasten om Zorg en Jeugdhulpverlening op peil te houden‘.
Hier treft u het persbericht van het college van B&W bij de presentatie van de Voorjaarsnota 2021: ‘College van B&W blijft fors investeren in de stad voor banen en duurzaam economisch herstel‘.
Begroting 2021 omvatte bijna 7 miljard euro, de Voorjaarsnota geeft nog geen totaalbedrag voor 2022 maar dat zal van deze orde van grootte zijn. De financiën van de hoofdstad verhouden zich niet tot die van de andere Nederlandse gemeenten, Amsterdam heeft een meer dan twintig keer hoger inwoneraantal dan de gemiddelde Nederlandse gemeente alsook een eigen grondbedrijf wat leidt tot een veel hogere begroting.
De financieel documenten zijn immer uitgebreid en lastig te doorgronden, maar kort samengevat is de Voorjaarsnota alle financiële plussen en minnen bij elkaar opgeteld waarbij een bestuurlijke samenvatting wordt gegeven waarin het college van B&W uiteenzet wat en waarom de intenties zijn.
Dat gezegd hebbende, Voorjaarsnota 2021 is eigenlijk een van de meest saaie voorjaarsnota’s sinds tijden. Er gaan bedragen heen en weer die zich in die grootte niet voordoen bij andere Nederlandse gemeenten wegens de omvang van de Amsterdamse begroting, maar er zijn geen nieuwe feiten en omstandigheden. Alles was al bekend. Het college communiceert dit ook in het bijgaande persbericht, er is bij Begroting 2021 een breed scala aan maatregelen gepresenteerd, ‘het college zet deze ingeslagen weg verder door in deze Voorjaarsnota’. Niets nieuws onder de zon, dus.
Wel is er een begrotingstechnische wijziging, de investeringen krijgen een plafond, zogezegd, wat toch wel een aantal gevolgen kent die in Amsterdam meteen samengaan met hoge bedragen, maar het is techniek.
Voorjaarsnota 2021 is een van de meest saaie voorjaarsnota’s sinds lange tijd, hoe vreemd het ook klinkt onder de huidige omstandigheden met de coronacrisis en alle financiële gevolgen.
Hiermee is lang niet alles gezegd, er speelt veel met uiteenlopende politieke inzichten in de gemeenteraad die ook tot grote verschillen leiden. Woensdag 26 mei 2021 vinden in de gemeenteraad Amsterdam de Algemene Beschouwingen plaats met de fractievoorzitters die hun kijk geven op de keuzes die de coalitie van GroenLinks, D66, PvdA en SP voorstaat.
Tegelijk met de voorjaarsnota wordt het Bestedingsvoorstel voor het Stedelijk Mobiliteitsfonds (SMF) behandeld. Dit betreffen infrastructurele projecten in de stad en wat verwant is eraan, zoals leefklimaat en luchtkwaliteit. Het Bestedingsvoorstel SMF gaat over investeringen van bijna 800 miljoen in vijf jaar tijd met bijgaande investeringen door derden van 940 miljoen. Er is hier grote samenhang met meerdere andere programma’s zoals het bouwen annex uitbreiden van de stad en onderhoud in de openbare ruimte. Het college van B&W verschuift middelen naar prioriteiten in stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord waarbij projecten in andere stadsdelen in tijd naar achteren zijn verplaatst. Wethouder Mobiliteit De Vries zet dit uiteen in de begeleidende brief, ‘Bestedingsvoorstel SMF‘ (PDF 0,5 MB) welke gepaard gaat met ‘Rapportage programma Stadsverbetering 2021-2025‘ (PDF 9 MB), een programma dat hiertoe in het leven is geroepen. Er is bij de agenda een lange lijst met projecten geleverd, ‘Actualisatie Bestedingsvoorstel SMF‘ (0,3 MB).
Wethouder Mobiliteit De Vries bericht de gemeenteraad dat met aanvragen voor projecten er 350 miljoen is gemoeid terwijl de beschikbare ruimte 69 miljoen is. Ook hier moeten dus stevige keuzes gemaakt, precies zoals de voorganger van wethouder De Vries, toenmalig wethouder Dijksma, al aankondigde bij de behandeling van Begroting 2021.
Al met al, er is weinig nieuws bij VN 2021, als zodanig laat deze zich gekscherend als saai omschrijven. Maar daar is lang niet alles mee gezegd, de gemaakte keuzes door de coalitie gaan onder schaarste over zeer hoge bedragen terwijl het lastig is een totaalplaatje van de hoofdstedelijke financiën te vormen.
Wel vormt zich het beeld dat deze coalitie voor jaren een beslag heeft gelegd op de middelen van toekomstige coalities die ook de toekomstige bezuinigingen, al ingeboekt door deze coalitie, voor hun rekening moeten nemen. Dit komt ook tot uiting in de sterk opgelopen schuldprognose die de vraag oproept of de grens in zicht is.
Maar ook dat was al bekend. De coalitie beroept zich op de crisisomstandigheden maar het grootschalig aanspreken van (toekomstige) middelen vond al plaats pre-corona onder hoogconjunctuur in recordbegrotingen en met recordbaten. Welke gevolgen dit op termijn kent, wordt amper weergegeven.